1 Welke klieren geven de hormonen direct aan het bloed af?
A Exocriene klieren
B Eccriene klieren
C Endocriene klieren
2 Wat is de Nederlandse naam voor deze woorden?
1 adenoom:
2 coagulatie:
3 inflammatie:
4 karbonkel:
3 Van welke aard is de directe werking van de massage?
A Biochemisch
B Mechanisch
C Reflectorisch
4 Bij welke massage staat vochtafvoer in het weefsel centraal?
A Klassieke gelaatsmassage
B Pincementsmassage
C Lymfedrainage
5 De borstbeensleutelbeentepelspier en de brede halsspier hebben als overeenkomst dat ze beide:
A Een bevestiging hebben aan het sleutelbeen
B Ontspringen aan het beenweefsel
C Ontspringen aan het bindweefsel van de huid
6 Welke spier is waaiervormig?
A De slaapkauwspier
B De trompetspier
C De wangkauwspier
7 Wat zijn goede geleiders van elektriciteit?
A Lichaamsvocht en vetten
B Metalen en glas
C Metalen en zweet
8 Welke stroomsoort heeft het grootste thermische effect?
A Hoogfrequente wisselstroom
B Interferente stroom
C Onderbroken gelijkstroom
9 Welk soort bindweefsel bevat het minste collageen?
A Vast bindweefsel
B Losmazig bindweefsel
C Dicht bindweefsel
10. Welke huidconditie is een contra-indicatie voor de massagegreep ‘frictie’?
A Lokale vetophopingen
B Weefsel met uitstralende zenuwpijn
C Myogelosen
Benieuwd hoe je het er vanaf gebracht hebt? De antwoorden vind je hier.